-
1 magertjes
-
2 magertjes
adv. poorly -
3 de opbrengst was magertjes
de opbrengst was magertjesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de opbrengst was magertjes
-
4 het magertjes hebben
het magertjes hebbenhave a pretty thin/hard time of itVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het magertjes hebben
-
5 hoe was het? magertjes!
hoe was het? magertjes!how was it? so-so!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hoe was het? magertjes!
-
6 schraaltjes
1 [magertjes] thinly2 [gierig] miserly♦voorbeelden:schraaltjes in de kleren zitten • be thinly clad
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский