-
1 lunar month
-
2 lunar
adj. van de maan, lijkend op de maan; van zilver[ loe:nə]1 van/met betrekking tot de maan ⇒ maan-♦voorbeelden: -
3 moon
n. maan; maanmaand--------v. ronddwalen; dagdromen; verlangen[ moe:n]♦voorbeelden:promise someone the moon • iemand gouden bergen belovenbe over the moon • in de wolken/de zevende hemel zijn→ blue blue/ -
4 lunation
n. maanmaand, tijdsperiode met gemiddelde van 29.5 dagen tussen twee opeenvolgende nieuwe manen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский