-
1 luieren
-
2 luieren
1 (be) idle/lazy ⇒ laze♦voorbeelden: -
3 luieren
лениться бездельничать; лентяйничать; бить баклуши; плевать в потолок; валять дурака* * *(d)* * *гл.общ. бить баклуши, лентяйничать -
4 luieren
faulenzen -
5 luieren
v. slack, idle, lounge, drone, mike -
6 zijn tijd doorbrengen met luieren
zijn tijd doorbrengen met luierenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn tijd doorbrengen met luieren
-
7 бить баклуши
vgener. duimen (zitten te) draaien, dweilen, slampampen, dagdieven, geen slag doen, luibakken, luieren, zijn tijd vergapen, zijn tijd verluieren -
8 лентяйничать
vgener. luibakken, luieren -
9 klooien
1 [luieren, rondhangen] se les rouler2 [donderjagen] déconner♦voorbeelden:¶ wat kun je toch klooien! • tu travailles comme un pied!lig niet zo te klooien! • tu me les casses! -
10 leeglopen
2 [luieren] fainéanter -
11 luilakken
-
12 klooien
〈 informeel〉2 [luieren, rondhangen] hang about/around ⇒ screw about/around3 [donderjagen] monkey (about/around) -
13 leeglopen
1 [leeg worden] (become) empty ⇒ become deflated 〈 ballon〉, go flat 〈 band〉, run down 〈 accu〉, die 〈 accu〉2 [luieren] idle/loaf (about)3 [informeel] [diarree hebben] have the runs♦voorbeelden: -
14 luilakken
-
15 met
1 [in gezelschap van] (along) with ⇒ of3 [met betrekking tot deelneming/overeenstemming] with5 [met betrekking tot een wederkerige handeling] with6 [in het bezit van] with7 [met betrekking tot de omstandigheid/gezindheid] with ⇒ by8 [door middel van] with, by ⇒ through, in9 [gelijktijdig met] with, by ⇒ at♦voorbeelden:met (zijn) hoevelen zijn zij? • how many of them are there?ze waren met z'n drieën • there were three of themze kwamen met z'n drieën • three of them camemet deze erbij zijn het er zeven • this one makes sevenmet vijf • plus/and fivetot en met hoofdstuk drie • up to and including chapter threemet wie spreek ik? 〈 aan de telefoon〉 • who am I speaking to?spreken met iemand • speak to someoneeen broodje met ham • a ham rollde man met de hoed • the man with the hat onmet kleren en al dook hij het water in • he dived into the water clothes and allmet dat al • yet for all thatmet de trein van acht uur • by the eight o'clock trainmet een cheque/geld betalen • pay by cheque/(in) cashzijn tijd doorbrengen met luieren • spend one's time lazing aboutik kom met Kerstmis • I'm coming at Christmasmet de klok van twaalven • on the stroke of twelveal met al • altogetherdaar heb je hem weer met zijn knappe kinderen • there he goes again about his handsome children -
16 slabakken
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский