-
1 luier
-
2 luier
n. napkin, nappy, diaper -
3 de baby een luier omspelden
de baby een luier omspeldenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de baby een luier omspelden
-
4 een kind een schone luier aandoen
een kind een schone luier aandoenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kind een schone luier aandoen
-
5 het kind had vanmorgen een groene luier
het kind had vanmorgen een groene luierVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kind had vanmorgen een groene luier
-
6 omspelden
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский