-
1 purge
n. zuiveren, verwijderen (ook in computers); (in computers) het wissen van bestanden van de harde schijf; (in computers) een bestand wissen zonder mogelijkheid deze terug te halen--------v. zuiveren, uitwissen; purgerenpurge1[ pə:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————purge2〈 werkwoord〉4 purgeren♦voorbeelden:1 purge metal • metaal louteren/zuiverenpurge someone from/of guilt • iemand van schuld vrijspreken -
2 purify
v. zuiveren, louterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
3 chasten
-
4 cleanse
-
5 purge metal
metaal louteren/zuiveren -
6 sanctify
v. heiligen, wijden[ sængktiffaj] 〈sanctified; zelfstandig naamwoord: sanctification〉1 heiligen ⇒ wijden, consacreren3 heilig maken ⇒ louteren, verlossen van zonde(schuld)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский