-
1 losscheuren
1 [losgaan] se détacher -
2 losscheuren
1 [los doen worden] tear loose ⇒ rip off/away2 [zich vrij maken] tear (oneself) loose ⇒ wrench/drag (oneself) away♦voorbeelden: -
3 losscheuren
вырвать; оторвать* * *гл.общ. вырывать, вырываться, отрывать, отрываться -
4 lostrekken, losrukken, losscheuren
гл.общ. оторватьDutch-russian dictionary > lostrekken, losrukken, losscheuren
-
5 вырывать
v1) gener. afpakken, ingraven, losscheuren, ontrukken, onttrekken, uitrukken, uitscheuren (лист и т.п.), afpersen (признание и т.п.), ontlokken (тайну, признание и т.п.), ontwoekeren, ontworstelen, ontwringen, rukken, uittrekken, wegrukken2) liter. afpikken -
6 вырываться
v -
7 оторвать
vgener. lostrekken, losrukken, losscheuren -
8 отрывать
vgener. afrukken, afscheuren, losrukken, afgraven, afhalen, afpluizen, afzwaaien, losscheuren -
9 отрываться
vgener. afscheuren, afbreken, losscheuren, zich losrukken
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский