-
1 loskomen
1 [los worden] se détacher2 [zich uiten] se manifester3 [beschikbaar worden] être dégagé4 [uit de gevangenis komen] être mis en liberté♦voorbeelden:de snelheid bij het loskomen van het vliegtuig • la vitesse au décollage de l'avionhij komt niet zo gauw los • il ne s'ouvre pas facilement -
2 loskomen
1 [los worden] come loose/off ⇒ break loose/free, come apart♦voorbeelden:de snelheid bij het loskomen van het vliegtuig • the speed as the plane gets off the ground/becomes airbornehij kan niet loskomen van zijn verleden • he cannot forget his past, he is wedded to his past -
3 loskomen
освободиться, высвободиться; развязаться; разойтись; сняться с мели; отвязаться* * ** (z)освобождаться, высвобождатьсясм. тж. losbreken* * *гл.общ. выделяться, освобождаться, сдвинуться с места, убегать (из заключения) -
4 loskomen
v. expand, open -
5 loskomen
-
6 de snelheid bij het loskomen van het vliegtuig
de snelheid bij het loskomen van het vliegtuigDeens-Russisch woordenboek > de snelheid bij het loskomen van het vliegtuig
-
7 hij kan niet loskomen van zijn verleden
hij kan niet loskomen van zijn verledenDeens-Russisch woordenboek > hij kan niet loskomen van zijn verleden
-
8 de snelheid bij het loskomen van het vliegtuig
de snelheid bij het loskomen van het vliegtuigthe speed as the plane gets off the ground/becomes airborneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de snelheid bij het loskomen van het vliegtuig
-
9 hij kan niet loskomen van zijn verleden
hij kan niet loskomen van zijn verledenhe cannot forget his past, he is wedded to his pastVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij kan niet loskomen van zijn verleden
-
10 vrijkomen
[loskomen]frei werden [Energie, Strahlung, Gas etc.] -
11 losbreken
отломать; отщепить; высвободиться; бежать; прорваться; сбежать* * **1) отламывать2) (z) вырываться, прорываться* * *гл.общ. лопаться, разламывать, бежать (из заключения), разражаться (о грозе и т.п.), откалывать, отламывать -
12 выделяться
v1) gener. opvallen, loskomen, zich afscheiden, afsteken, de kroon spannen2) liter. uitblinken, uitsteken (boven-íàä) -
13 освобождаться
vgener. loskomen, losraken, vrij worden, vrijkomen, vrijloten (от военной службы по жребию), zich losmaken, zich ontworstelen, zich vrijmaken -
14 сдвинуться с места
vgener. op gang komen, loskomen -
15 убегать
v1) gener. ontsnappen, wegkomen, weglopen, wijken, de vlucht kiezen, heenlopen, loskomen (из заключения), ontkomen, ontlopen, ontvlieden, ontvluchten, vluchten (voor-îò), wegvluchten, zich wegmaken2) colloq. de piek schuren, pleite gaan -
16 vrijkomen
♦voorbeelden: -
17 vrijkomen
2 [van iets afkomen] get off/away4 [beschikbaar komen] be(come) free/ 〈ook met betrekking tot mensen/geld〉 available ⇒ 〈met betrekking tot mensen/geld ook〉 be released♦voorbeelden:4 zodra er een plaats vrijkomt • as soon as there is a vacancy/place
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский