-
1 nudiste
nudiste [nuudiest]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉♦voorbeelden:1 un(e) nudiste • nudist(e), naaktloper, -loopsterm/fnaaktloper/-loopster -
2 tapeur
tapeur [taapur],tapeuse [taapeuz]〈m., v.〉1 klaploper, -loopster ⇒ bietserm (f - tapeuse)klaploper/-loopster, scharrelaar -
3 бегунья
nsports. loopster -
4 рассыльная
-
5 écornifleur
écornifleur [eekornieflur],écornifleuse [eekorniefleuz]〈m., v.〉1 klaploper, -loopster ⇒ bietser, parasiet -
6 fugueur
-
7 marcheur
marcheur [maarsĵur],marcheuse [maarsĵeuz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 loper, loopster ⇒ wandelaar(ster)♦voorbeelden:marcheurs de la paix • deelnemers aan vredesmars -
8 radiesthésiste
radiesthésiste [raadjesteeziest]〈m. & v.〉1 wichelroedeloper, -loopster♦voorbeelden: -
9 resquilleur
resquilleur [reskiejur],resquilleuse [reskiejeuz]〈m., v.〉1 klaploper, -loopster ⇒ zwartrijder, -rijdster, zwartkijker, -kijkster -
10 sourcier
-
11 transfuge
transfuge [trãsfuuzĵ]〈m. & v.〉1 overloper, -loopster ⇒ afvallige, dissident -
12 un nudiste
un(e) nudistenudist(e), naaktloper, -loopster
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский
- Французский