-
1 layer
n. laag; grondsteen; laag van stenen; leghoen (kip); goede aftakking (tuinieren); neergelegd; naam--------v. een laag vormen, een laag van takken makenlayer1[ leeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 laag♦voorbeelden:————————layer2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 in lagen splitsen ⇒ gelaagd maken, in lagen aanbrengen -
2 matrice
matrice [maatries]〈v.〉1 matrijs ⇒ gietvorm, persvorm3 register ⇒ legger, kohierf1) matrijs, gietvorm2) matrix [wiskunde]3) kohier, legger4) baarmoeder -
3 лежак
ngener. legger -
4 лежень
-
5 опись, реестр
ngener. legger -
6 папка
-
7 полка в стеллаже или в шкафе
ngener. leggerRussisch-Nederlands Universal Dictionary > полка в стеллаже или в шкафе
-
8 реестр
ngener. borderel, klapper, legger, register, rol, blaffer, kohier, regest -
9 шпала
nrailw. legger, biel, dwarsligger -
10 file
n. bestand, map, dossier, informatieverzameling (in computers); map, verzamelmap; kaartenbak; vijl; (in computers) een verzameling georganiseerde records met gegevens en programmatuur--------v. achter elkaar lopen; vijlen, bijvijlen; opslaan, in een archief bijzetten, invoegen, registreren; indienen; inzendenfile1[ fajl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vijl2 dossier ⇒ register, legger, lias3 (dossier)map ⇒ ordner, klapper♦voorbeelden:have something on file • iets geregistreerd hebben staanput a deed on file • een akte deponerenin file • allemaal achter elkaar————————file2♦voorbeelden:the soldiers filed across the river • de soldaten waadden achter elkaar door de rivierII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:file away • af/wegvijlenfile down • afvijlenfile under ‘vocal music’ • opbergen onder ‘zang’ -
11 ledger
n. grootboek (in boekhouden); register (US); stenen plaat op een graf[ ledzjə] -
12 sepoy
-
13 poseur
poseur [poozur],poseuse [poozeuz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 installateur, -trice ⇒ vakman, -vrouw die iets aanlegt, inzet, ophangt, plaatst2 aansteller, -ster ⇒ iemand die geaffecteerd doet♦voorbeelden:poseur de pavés • stratenmakerm (f - poseuse)1) installateur/-trice2) aansteller/-lster -
14 poseur de parquets
poseur de parquets -
15 Bodenleger
-
16 Plattenleger
См. также в других словарях:
Legger — Legger, Maß zu Wein u. Branntwein, in Batavia = 133,3 engl. Imperial Gallon od. 605,6 Liter … Pierer's Universal-Lexikon
Legger — (holl., engl. leaguer, franz. lègre), Gefäß für Arrak; als Maß dieser Flüssigkeit in Holland und Niederländisch Westindien = 563 Lit., im Kapland = 575,35, auf Ceylon (auch für Kokosöl) = 568, in Ponditscherri = 552, in Niederländisch Ostindien… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Legger — (holländ.; engl. Leaguer; frz. Lègre), Faß und Hohlmaß für Arrak, in Batavia und Singapur = 588 l, Ceylon = 568 l, Pondichéry = 552 l, in Kapstadt = 575 l, Amsterdam = 563 l … Kleines Konversations-Lexikon
Legger — Legger, Weinmaß auf dem Cap = 25,208 Par. Kubikzoll … Herders Conversations-Lexikon
Legger — Der Legger oder Leaguer war ein niederländisches Flüssigkeitsmaß. Das Maß war besonders neben Wein dem Arrak vorbehalten. In Amsterdam hatte 1 Legger etwa 15 Anker = 582 Liter = 256 Pinten = 563 neue Kannen[1] Im englisch verwalteten Südafrika… … Deutsch Wikipedia
legger — noun short for a bootlegger Oh, you mean the ex legger the eldest girl picked up and went and married. The Big Sleep , by Raymond Chandler … Wiktionary
legger — A downpour or rainstorm that makes you run for shelter It s a real legger out there. I m drenched … Dictionary of american slang
legger — A downpour or rainstorm that makes you run for shelter It s a real legger out there. I m drenched … Dictionary of american slang
legger — leg ► NOUN 1) each of the limbs on which a person or animal moves and stands. 2) a long, thin support or prop, especially of a chair or table. 3) a section of a journey, process, or race. 4) (in sport) each of two or more games or stages… … English terms dictionary
legger, do a — Everyday English Slang in Ireland phr to abscond from the scene … English dialects glossary
legger — leg·ger … English syllables