-
1 brushwood
-
2 underbrush
-
3 undergrowth
-
4 brush
n. borstel; kwast; staart v.e. vos; veld--------v. poetsen; borstelen; eraan voorbijgaanbrush1[ brusj]4 streek ⇒ lichte aanraking, beroering; schaafplek♦voorbeelden:————————brush2〈 werkwoord〉1 (af/op/uit)borstelen ⇒ (af/weg/uit)vegen; schuieren2 strijken (langs/over) ⇒ rakelings gaan (langs)♦voorbeelden:brush over • aan/bestrijken, dunnetjes overschilderenshe just brushed past me when we met last • toen ik haar laatst tegenkwam, liep ze me straal voorbij -
5 bush
n. George Walker Bush (geboren 1946), 43-ste president van de Verenigde Staten (2001-), vroeger gouverneur van Texas; George Walker Bush (geboren 1924), 41-ste president van de Verenigde Staten (1989-1993); familienaam[ boesj]♦voorbeelden:¶ beat about/around the bush • ergens omheen draaien, niet ter zake komen1 struikgewas ⇒ onderhout, kreupelhout♦voorbeelden: -
6 coppice
n. hakhout, kreupelhout; kreupelbosje1 hakhoutbosje ⇒ kreupelbosje/hout -
7 covert
adj. geheim, verborgen, verstopt--------n. struikenboscovert1[ kuvvə(t)] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————covert2[ kuvvət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 bedekt ⇒ heimelijk, steels; illegaal, clandestien -
8 scrub
adj. stumper, stakker; dreumes; struikgewas--------n. struikgewas; het schrobben/boenen--------v. schrobben, boenen; schrappenscrub1[ skrub] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————scrub2〈 scrubbed〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 scrub out • uit/wegboenen -
9 boscage
n. bosje, kreupelhout -
10 boskage
n. bosje, struikgewas, kreupelhout -
11 bryony
n. bryonia, heggenrank, plant uit de komkommerfamilie (Cucurbitaceae), tweehuizige giftige plant die voorkomt in heggen en kreupelhout (in duinen)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский