-
1 boardinghouse
-
2 pension
n. pensioen; pension--------v. een jaargeld geven, toeleggen; pensioneren, op pensioen stellenpension1[ pa:nsjõ] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pension ⇒ kosthuis; kostgeld♦voorbeelden:————————pension2[ pensjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pensioen♦voorbeelden:retire on a pension • met pensioen gaan————————pension3[ pensjn] 〈 werkwoord〉1 een pensioen toekennen/uitkeren→ pension off pension off/
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский