-
1 mixer
n. mixer; (koosnaam) voor feest met als doel kennis maken met mensen[ miksə]♦voorbeelden:a good mixer • een gezellig/onderhoudend mens -
2 name
adj. iemand met een reputatie; beroemd; betreffende een naam--------n. naam; "nick"-: koosnaam; reclame; gewaardeerd iemand; titel--------v. benoemen, noemen; opnoemen; thuisbrengenname1[ neem] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 reputatie ⇒ naam, faam♦voorbeelden:1 enter/put down one's name for • zich opgeven/laten inschrijven voorcould you leave your name, please? • zou u uw naam willen opgeven?take someone's name in vain • iemands naam ijdel gebruikenwhat's-his/her/its-name? • hoe heet hij/zij/het ook al weer?, dingeswhat's in a name? • wat zegt een naam?he knows all his students by name • hij kent al zijn studenten bij naamI know him by name • ik ken hem van naama man by/of the name of Jones • iemand die Jones heet, een zekere Jonestake one's name off the books • zich laten uitschrijven (als lid)keep one's name on the books • ingeschreven blijven staanhe hasn't a penny to his name • hij heeft geen centI can't put a name to him • ik kan hem niet precies thuisbrengenI can't put a name to it • ik weet niet precies hoe ik het moet zeggenfirst name • voornaam〈 voornamelijk Brits-Engels〉 second name • familienaam, achternaamhe has a name for avarice • hij staat als gierig bekenddrag someone's name through the mire • iemands naam door het slijk halencall someone names • iemand uitschelden/beschimpena name to conjure with • een naam die wonderen verricht, een invloedrijke naamlend one's name to • zijn naam lenen aanin the name of • in (de) naam van, omwille van→ big big/————————name2〈 werkwoord〉1 noemen ⇒ benoemen, een naam geven♦voorbeelden:she was named after her mother, 〈 Amerikaans-Engels ook〉she was named for her mother • ze was naar haar moeder genoemd5 name the day • de trouwdag/huwelijksdatum vaststellen6 the victim has been named as John Smith • de naam van het slachtoffer is vrijgegeven; het is J.S. -
3 pet name
-
4 pet
adj. tot e. huisdier behorend--------n. huisdier; lieveling--------v. vertroetelen, aanhalen; vrijen metpet1[ pet] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pet23 favoriet ⇒ lievelings-, troetel-♦voorbeelden:2 pet food • voedsel voor huisdieren, honden- en kattenvoerpet name • koosnaampet topic • stokpaardje————————pet3〈 petted〉1 vrijen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 strelen ⇒ aaien, liefkozen, vrijen met -
5 wog
n. wog (koosnaam voor in Midden-Oosten geborenen in Britse leger, bruinjoekel, donkere buitenlander)[ wog] 〈Brits-Engels; slang; beledigend〉 -
6 Danny
n. Danny, koosnaam voor Dan -
7 Dudu
n. Doedoe (Hebreeuwse koosnaam) -
8 Molly
n. Molly, Mollie, vrouwelijke voornaam; familienaam; bij- of koosnaam voor Mary -
9 byname
n. bijnaam, koosnaam; achternaam -
10 hypocorism
n. gebruik van bijnamen; bijnaam, koosnaam -
11 iron horse
n. locomotief van trein (koosnaam) -
12 moppet
n. baby, pop, koosnaam voor een baby
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский