-
1 würgen
würgen2 met moeite slikken, opeten3 hard werken, zwoegen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 moeizaam ergens in, doorheen proppen3 moeizaam volbrengen, uitvoeren♦voorbeelden:
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский