-
1 koelbloedigheid
-
2 koelbloedigheid
хладнокровие* * *сущ.общ. равнодушие, хладнокровие, безразличие, невозмутимость, спокойствие, холодность -
3 koelbloedigheid
n. sangfroid -
4 безразличие
ngener. nonchalance, indolentie, koelbloedigheid, koudheid, onverschilligheid -
5 невозмутимость
ngener. leukheid, gelijkmoedigheid, koelbloedigheid -
6 равнодушие
n1) gener. koelbloedigheid, koelte, koudheid, laksheid, nonchalance, onverschilligheid2) liter. koelheid, lauwheid -
7 спокойствие
ngener. gerustheid, kalmte, rust, bedaardheid, bezadigdheid, geduldigheid, gelijkmoedigheid, koelbloedigheid, koelte -
8 хладнокровие
ngener. koelbloedigheid, bezadigdheid, flegma, gelijkmoedigheid, kalmte, sangfroid -
9 холодность
n1) gener. kilheid, kilte, koelbloedigheid, koudheid2) liter. koelheid, koelte
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский