-
1 koekenpan
-
2 boter smelten in de koekenpan
boter smelten in de koekenpan -
3 braden
1 [m.b.t. vlees, gevogelte] (faire) cuire ⇒ 〈 op rooster〉 (faire) griller ⇒ 〈 in koekenpan〉 (faire) frire ⇒ 〈 op vuur, aan spit〉 (faire) rôtir2 [m.b.t. de zon] taper (dur)♦voorbeelden:lichtbruin braden • blondirop een rooster braden • faire griller→ link=haan haan -
4 pan
1 [keukengerei] fait-tout 〈m., onveranderlijk〉⇒ faitout 〈m.〉 ⇒ 〈 stevig〉 marmite 〈v.〉 ⇒ 〈Algemeen Zuid-Nederlands; koekenpan〉 poêle 〈v.〉♦voorbeelden:¶ het is daar een gezellige pan! • il y a de l'ambiance!de pan uit rijzen • dépasser les bornesdat swingt de pan uit • ça swingue à mortin de pan hakken • battre à plate(s) couture(s) -
5 smelten
1 [algemeen] fondre2 [oplossen] se dissoudre3 [in elkaar overgaan] se fondre♦voorbeelden:een gesmolten zekering • un fusible qui a sautédie perziken smelten op de tong • ces pêches fondent dans la bouche¶ iemands hart doen smelten • faire fondre qn.zijn ogen smolten (weg) in tranen • ses yeux s'emplirent de larmeseen hart dat smelt van medelijden • un coeur rempli de pitiéII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [vloeibaar maken] (faire) fondre♦voorbeelden:ijzer smelten • fondre du fer
Перевод: со всех языков на французский
с французского на все языки- С французского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский