-
1 мелочный человек
adjgener. beuzelaar, knibbelaar, kruimelaar, kwezelaar, keutelaar, krentenweger, kruidenier, muggezifter, peuteraar, pietlut -
2 сварливый человек
adjgener. vechter, knibbelaar, kibbelaar, kijver, kribbebijter, nijdas, querulantRussisch-Nederlands Universal Dictionary > сварливый человек
-
3 скряга
n1) gener. geldduivel, knijper, schrokker, duitendief, gierigaard, gortenteller, knar, krent, krentenweger, kruidenier, potter, schraalhans, schraper, vrek2) liter. knibbelaar -
4 скупец
n1) gener. geldduivel, gierigaard, gortenteller, knijper, krentenweger, kruidenier, schraper, vrek2) liter. knibbelaar -
5 торгаш
ngener. knibbelaar
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский