-
1 anknabbern
anknabbern♦voorbeelden:1 sein Kapital, den Vorrat anknabbern • zijn kapitaal, de voorraad aantasten, aanspreken -
2 beknabbern
beknabbern1 beknabbelen, knabbelen aan -
3 knabbern
knabbern♦voorbeelden:1 〈informeel; figuurlijk〉 nichts mehr zu knabbern haben • (a) niets meer te bikken hebben; (b) op zwart zaad zitten2 〈informeel; figuurlijk〉 an einer Sache noch lange zu knabbern haben • met, aan iets (nog lang) moeite hebben -
4 knuspern
См. также в других словарях:
Knapple — Knap ple, v. i. [Freq. of knap, v., cf. D. knabbelen to gnaw.] To break off with an abrupt, sharp noise; to bite; to nibble. [Obs. or Prov. Eng.] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
knabbern — etwas Süßes essen; schnabulieren (umgangssprachlich); naschen; mümmeln (umgangssprachlich); mummeln (umgangssprachlich); schnurpseln (umgangssprachlich); nagen * * * knab|bern [ knabɐn] <tr.; … Universal-Lexikon