-
1 kiesheid
2 [kieskeurigheid] fastidiousness♦voorbeelden: -
2 kiesheid
-
3 kiesheid
деликатность; тактичность, такт; приличие; чуткость* * *сущ.общ. деликатность, разборчивость, тонкий вкус, чуткость -
4 kiesheid
n. delicacy, sensitivity -
5 kiesheid
-
6 kiesheid
ömhet -
7 van kiesheid getuigen
van kiesheid getuigenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van kiesheid getuigen
-
8 деликатность
kiesheid, tact, fijngevoeligheid -
9 discrétion
discrétion [dieskreesjõ]〈v.〉1 bescheidenheid ⇒ terughoudendheid, kiesheid, onopvallendheid2 discretie ⇒ geheimhouding, stilzwijgen♦voorbeelden:à discrétion • naar believen, naar hartenlustf1) bescheidenheid, kiesheid2) discretie, stilzwijgen -
10 pudeur
pudeur [puudur]〈v.〉1 schaamte(gevoel) ⇒ kuisheid, schroom♦voorbeelden:1 sans pudeur • schaamteloos, onbeschaamd→ attentatf1) schaamte(gevoel), kuisheid2) kiesheid -
11 kieskeurigheid
→ link=kiesheid kiesheid 0.2 -
12 деликатность
ngener. kiesheid, fijngevoeligheid, fijnheid, fijnte -
13 разборчивость
ngener. fijnheid (вкуса), fijnte (вкуса), kiesheid, kieskeurigheid, (о почерке) leesbaarheid -
14 тонкий вкус
adjgener. een kiese smaak, kiesheid -
15 чуткость
ngener. tederheid, fijngevoeligheid, kiesheid -
16 delicacy
n. teerheid, gevoeligheid; delicatesse[ dellikkəsie] 〈meervoud: delicacies〉♦voorbeelden: -
17 tact
-
18 деликатность
ngener. kiesheid, fijngevoeligheid, fijnheid, fijnte -
19 разборчивость
ngener. fijnheid (вкуса), fijnte (вкуса), kiesheid, kieskeurigheid, (о почерке) leesbaarheid -
20 тонкий вкус
adjgener. een kiese smaak, kiesheid
Страницы
- 1
- 2