-
1 Mann
Mann1〈m.; Mann(e)s, Männer〉♦voorbeelden:ein Mann der Tat • een man van de daad〈 sport en spel〉 der freie Mann • de vrije man, de liberoein ganzer Mann • een flinke ventder kluge Mann baut vor • voorkomen is beter dan genezen〈 informeel〉 mein lieber Mann! • mijn beste kerel!der schwarze Mann • de boeman〈 informeel〉 den starken Mann markieren, mimen, spielen • de branie, durfal uithangen〈 informeel〉 ein toter Mann sein • afgedaan hebben, uitgerangeerd zijndas (er)nährt seinen Mann • daar kun je van rondkomener hat seinen Mann gefunden • hij heeft zijn evenknie gevondenseinen Mann stehen, stellen • zijn mannetje staan〈 scheepvaart〉 alle Mann an Deck! • alle hens aan dek!etwas an den Mann bringen • iets aan de man brengender Mann im Mond • het mannetje van de maanmit Mann und Maus untergehen • met man en muis vergaanwie ein Mann • als één man〈 spreekwoord〉 ein Mann, ein Wort • een man een man, een woord een woord————————Mann2〈m.; Mann(e)s, Mannen〉 〈 geschiedenis〉1 leenman, vazal -
2 der kleine Mann
-
3 jung
〈 jünger, (am) jüngst(en)〉♦voorbeelden:jüngeren Datums • van recente datumjunger Herr • jongeheerein jüngerer Mann • een nog jonge mandie jüngere, jüngste Vergangenheit • het recente, jongste verledenin jüngster Zeit • (in) de laatste, afgelopen tijdjung verheiratet • jonggehuwdjung an Jahren • jong van jarenvon jung an, auf • van jongs af (aan)nicht mehr der Jüngste sein • niet meer van de jongsten zijn -
4 junger Herr
См. также в других словарях:
jongeheer — pikinmasra … Woordenlijst Sranan