-
1 Saison
Saison〈v.; Saison, Saisons〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Scheinfreund — – Keinfreund. Holl.: Schijnvrienden zijn gelijk de vogels, die in het schoone jaargetijde aankomen, maar eer de barre winter daar is, reeds vertrokken zijn. (Harrebomée, II, 248a.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon