-
1 invoer
-
2 invoer
n. input, something which is inserted; import, bringing in of goods from another country -
3 invoer
• advance• feed• import• importation• inlet• input• intake -
4 invoer-proces-uitvoer
• input-process-output: IPONederlands-Engels Technisch Woordenboek > invoer-proces-uitvoer
-
5 invoer en uitvoer
• input and output: I/O -
6 invoer van golfvormen
• waveform inputNederlands-Engels Technisch Woordenboek > invoer van golfvormen
-
7 invoer/uitvoer
• input-output: IO -
8 invoer/uitvoerbeheer
• input/output controlNederlands-Engels Technisch Woordenboek > invoer/uitvoerbeheer
-
9 invoer/uitvoereenheid
• input-output deviceNederlands-Engels Technisch Woordenboek > invoer/uitvoereenheid
-
10 consent voor invoer/uitvoer
consent voor invoer/uitvoerimport/export licenceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > consent voor invoer/uitvoer
-
11 contingentering van invoer
contingentering van invoerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > contingentering van invoer
-
12 de invoer van vlees contingenteren
de invoer van vlees contingenterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de invoer van vlees contingenteren
-
13 asynchrone invoer
• asynchronous input -
14 differentiële invoer
• differential inputNederlands-Engels Technisch Woordenboek > differentiële invoer
-
15 functie-invoer
• function input -
16 gespecificeerde invoer
• specified inputNederlands-Engels Technisch Woordenboek > gespecificeerde invoer
-
17 grafische invoer
• graphical input -
18 karwei-invoer op afstand
• remote job entry: RJENederlands-Engels Technisch Woordenboek > karwei-invoer op afstand
-
19 onvertraagde invoer
• real-time inputNederlands-Engels Technisch Woordenboek > onvertraagde invoer
-
20 versterker met invoer/uitvoertakken
• branching repeaterNederlands-Engels Technisch Woordenboek > versterker met invoer/uitvoertakken
- 1
- 2