Перевод: с английского на все языки

instabiel

1 instable

instabiel

onstabiel

English-Dutch technical dictionary > instable
2 unstable

instabiel

onstabiel

wisselvallig

English-Dutch technical dictionary > unstable
3 fluid

adj. vloeibaar, niet vast, vloeiend; veranderlijk
--------
n. vloeistof

fluid¹

[ floeid] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 vloeistof

2 〈 natuurkunde〉 fluïdum

————————

fluid²

〈bijvoeglijk naamwoord; zelfstandig naamwoord: fluidity〉

1 vloeibaar ⇒ niet vast, vloeiend

2 instabiel ⇒ veranderlijk

♦voorbeelden:

2 our plans are still fluid • onze plannen staan nog niet vast

¶ fluid assets • liquide middelen

English-Dutch dictionary > fluid
4 insecure

adj. zonder zelfvertrouwen, heeft weinig zelfvertrouwen; onzeker; gevaarlijk; wankel; onstabiel

insecure

[ insikjoeə]

1 onveilig ⇒ instabiel, wankel

2 onzeker ⇒ bang

English-Dutch dictionary > insecure
5 mentally unstable

geestelijk instabiel

English-Dutch dictionary > mentally unstable

Rutte cabinet — Netherlands This article is part of the series: Politics and government of the Netherlands … Wikipedia