-
1 inspecteren
-
2 inspecteren
-
3 inspecteren
inspecter, réviser, revoir -
4 de slaapzalen inspecteren
de slaapzalen inspecteren -
5 de troepen inspecteren
de troepen inspecteren -
6 iets in ogenschouw nemen
iets in ogenschouw nemen -
7 monsteren
1 [scheepvaart] s'enrôlerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [keuren] examiner2 [inspecteren] inspecter -
8 ogenschouw
♦voorbeelden:¶ iets in ogenschouw nemen • 〈 overwegen〉 considérer qc.; 〈 bezichtigen〉 visiter qc.; 〈 inspecteren〉 inspecter qc.
См. также в других словарях:
inspizieren — Vsw erw. stil. (18. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus l. īnspicere (īnspectum), zu l. specere sehen und l. in . Abstraktum: Inspektion; Nomen agentis: Inspektor. Ebenso nndl. inspecteren, ne. inspect, nfrz. inspecter, nschw. inspektera,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache