-
21 подворачивать
vgener. inslaan -
22 подгибать
vgener. inslaan -
23 разбивать
vgener. aanleggen (ïàðê), aanplanten, afbreken, afsteken, ineenslaan, kapotmaken, kapotslaan, omschieten, slaken, verbrijzelen (на куски), verslaan, afsloffen, breken, in (iets) omhakken, inslaan (стёкла и т.п.), omhakken, op (iets) omhakken, slaan, vermorzelen -
24 разрушать план
vgener. een plan de bodem inslaan -
25 срывать план
vgener. een plan de bodem inslaan -
26 ударить
-
27 укорачивать
vgener. korten, afkorten, inkorten, inslaan, knotten, verkorten
Страницы
- 1
- 2