-
1 compliant
-
2 overindulge
v. te veel toegeven, te veel verwennen; te inschikkelijk zijnoverindulge -
3 yielding
adj. meegevend, buigzaam; meegaand, inschikkelijk; vruchtgevend[ jie:lding]2 meegaand ⇒ toegeeflijk, inschikkelijk♦voorbeelden: -
4 accommodating
-
5 acquiescent
adj. berustend; toegevend[ ækwie▪esnt] 〈zelfstandig naamwoord: acquiescence〉 -
6 agreeable
-
7 biddable
-
8 complaisant
-
9 doting
adj. overdreven liefhebbend en te inschikkelijk; aanbiddend; dement, seniel[ dooting]♦voorbeelden: -
10 indulgent
-
11 lenient
adj. schikkelijk, toegevend; mild[ lie:niənt] 〈zelfstandig naamwoord: lenience, leniency〉1 inschikkelijk ⇒ tolerant, toegevend2 mild ⇒ schappelijk, genadig♦voorbeelden: -
12 noncompliance
n. oninschikkelijkheid[ - kəmplajjəns]1 het niet inschikkelijk zijn ⇒ weigering, het zich niet houden aan -
13 unaccommodating
-
14 acquiescence
n. berustend, inschikkelijk, toegevend -
15 compliantly
adv. inschikkelijk -
16 conformationally
adv. inschikkelijk -
17 unsubmissiveness
n. het niet onderdanig zijn; het niet inschikkelijk zijn; ongehoorzaamheid -
18 yieldingly
adv. meegevend, inschikkelijk; productief
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский