-
1 inkorten
♦voorbeelden:een verhaal inkorten • shorten/cut down a story -
2 inkorten
v. shorten, make shorter, abbreviate, cut, truncate -
3 inkorten
• to shorten -
4 een verhaal inkorten
een verhaal inkortenshorten/cut down a storyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verhaal inkorten
-
5 iemands straftijd inkorten
iemands straftijd inkortenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands straftijd inkorten
-
6 takken inkorten
takken inkortenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > takken inkorten
-
7 besnoeien
1 [inkorten] trim (off/down) ⇒ cut (down/back), curtail2 [door snoeien bewerken] prune ⇒ lop 〈 bomen〉, 〈 tot bepaalde vorm〉 trim, 〈 tot bepaalde vorm〉 clip♦voorbeelden:uitgaven besnoeien • cut down (on) expenses1 [bezuinigen] cut down (on)♦voorbeelden: -
8 innemen
1 [met betrekking tot geneesmiddelen] take5 [binnenhalen] bring/take in6 [aan boord nemen] take on8 [verzamelen] collect♦voorbeelden:〈 ironisch〉 hij is goed van innemen • he's fond of his food/drink2 veel plaats innemen • take up/occupy a lot of roomzijn plaats innemen • take one's seateen belangrijke plaats innemen • hold/occupy an important position; feature (conspicuously)iemand voor zich innemen • win someone's sympathy6 het schip moet brandstof/water innemen • the ship has to take in fuel/water7 een jurk van voren/achteren innemen • take a dress in/up at the front/back -
9 snoeien
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский