-
1 макать
vgener. indompelen, dippen, dopen, indopen, insoppen, soppen -
2 окунать
vgener. indompelen, indopen, onderdompelen -
3 steep
adj. steil; scherp, snel (stijgend), overdreven--------v. dompelen, indopen; (laten) weken, laten doortrekken, laten doordringen, drenkensteep1[ stie:p] 〈bijvoeglijk naamwoord; steepness〉♦voorbeelden:————————steep2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:steep the coffee • de koffie laten trekkensteep oneself in • zich verdiepen inyour mind is steeped in useless facts • je geest is doordrongen van nutteloze feitensteeped in mystery • omhuld door geheimzinnigheid -
4 to dip
dimmendompelenindopenonderdompelen -
5 to immerse
dompelenindopenonderdompelen -
6 doppa
1) soppen2) indompelen3) duiken4) indopen -
7 eintauchen
-
8 eintunken
-
9 stippen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский