-
61 hemvist
1) domicilie2) woonplaats -
62 Aufenthaltsort
-
63 Heimatort
-
64 Standquartier
-
65 Urheimat
-
66 Wohnort
-
67 angeben
angebenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 opgeven, vermelden ⇒ noemen, zeggen3 aangeven, aanduiden ⇒ aanwijzen, markeren♦voorbeelden:1 seinen Wohnort angeben • zijn woonplaats opgeven, vermeldenetwas als Grund angeben • iets als reden opgeven, noemen2 den Kurs angeben • de koers aangeven, bepalen -
68 auswärts
auswärts♦voorbeelden: -
69 auswärts arbeiten
-
70 freizügig
-
71 mein ständiger Wohnsitz
-
72 seinen Wohnort angeben
zijn woonplaats opgeven, vermelden -
73 sesshaft
sesshaft1 woonachtig, gevestigd ⇒ met vaste woon- en verblijfplaats, ingezeten2 honk-, hokvast♦voorbeelden:sesshaft sein • een vaste woonplaats hebben -
74 sesshaft sein
-
75 sie führt ein freizügiges Leben
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > sie führt ein freizügiges Leben
-
76 umsiedeln
umsiedelnII 〈 overgankelijk werkwoord〉
См. также в других словарях:
Appelterre-Eichem — Appelterre Eichem … Wikipédia en Français
Baronie IJsselstein — Karte der Baronie IJsselstein, durch Joan Blaeu (1665) … Deutsch Wikipedia