-
1 woonplaats
1 (place of) residence, address ⇒ 〈 biologie〉 habitat, 〈 op formulieren〉 city, 〈 op formulieren〉 town♦voorbeelden:zonder vaste woonplaats • without a fixed/permanent address/residence -
2 woonplaats
n. dwelling place, residence, residency, domicile, habitation, place, abode -
3 gewend raken aan zijn nieuwe woonplaats
gewend raken aan zijn nieuwe woonplaatsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gewend raken aan zijn nieuwe woonplaats
-
4 zonder vaste woonplaats
zonder vaste woonplaatswithout a fixed/permanent address/residenceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zonder vaste woonplaats
-
5 natuurlijke woonplaats
n. habitat -
6 vaste woonplaats
n. settlement -
7 aarde
4 [elektriciteit] earth♦voorbeelden:in een baan om de aarde • in orbit round the earthop aarde • on earth, under the sunde ogen ter aarde slaan • cast one's eyes to the groundzich ter aarde werpen • throw oneself to the groundde aarde vaststampen • pack the ground -
8 evacueren
1 [weggaan uit zijn woonplaats] be evacuatedII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [elders onderbrengen] evacuate♦voorbeelden: -
9 gewend
♦voorbeelden:1 ik ben dat rumoer wel gewend • I'm used/accustomed to that racketgewend raken aan zijn nieuwe woonplaats • settle down in one's new residencedat zijn we niet van hem gewend • that's not like him at all/quite unlike him! -
10 gezeten
-
11 plaatselijk
1 [met betrekking tot/beperkt tot een plaats] local2 [van/eigen aan een woonplaats] local♦voorbeelden:een plaatselijke verdoving • a local anaestheticplaatselijk gezegde • local expressionII 〈 bijwoord〉2 [op enkele plaatsen] in some places3 [met beperking tot een plaats] locally♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Appelterre-Eichem — Appelterre Eichem … Wikipédia en Français
Baronie IJsselstein — Karte der Baronie IJsselstein, durch Joan Blaeu (1665) … Deutsch Wikipedia