-
1 brief and to the point
-
2 brief
adj. kort--------n. instructie (voor pleiter); vlieginstructie; (dames/heren)slip--------v. instrueren; rapporterenbrief1[ brie:f]1 stukken ⇒ bescheiden, dossier; 〈 juridisch〉 instructie voor pleiter 〈 opgesteld ten behoeve van advocaat〉; 〈Brits-Engels; bij uitbreiding〉 opdracht voor een ‘barrister’♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 it's not part of your brief to tell her what to do • het is niet aan jou haar te zeggen wat ze doen moetII 〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉1 (dames/heren)slip ⇒ (pijploos) onderbroekje, bikinibroekje————————brief21 kort(stondig) ⇒ beknopt, bondig, vluchtig♦voorbeelden:brief and to the point • kort en krachtigbe brief • het kort houdenin brief • om kort te gaan, kortom————————brief3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 please brief me on this point • wil je dit punt even met me doornemen? -
3 brief Kaddish
Verkorte Kadish (korte versie van het Kadish gebed) -
4 brief moment
een kort ogenblik -
5 brief
opdracht -
6 a brief look at the newspaper
-
7 be brief
-
8 hold (a) brief for someone
-
9 in brief
in het kortin briefom kort te gaan, kortom -
10 it's not part of your brief to tell her what to do
English-Dutch dictionary > it's not part of your brief to tell her what to do
-
11 please brief me on this point
please brief me on this pointwil je dit punt even met me doornemen? -
12 for a brief moment
voor een ogenblikje -
13 letter of sympathy
-
14 drop letter
brief gepost en geleverd via hetzelfde postkantoor -
15 letter of apology
brief met verontschuldigingen -
16 remittance letter
brief tot betalingsopdracht (registratie van cheques voor overdracht) -
17 undertaking letter
brief waarin verplichting op zich wordt genomen (document waarin verzekerd wordt dat op bepaalde manier gehandeld zal worden, officiële verplichting en contract) -
18 letter
n. letter; brief; uitleg van een woord; literatuur, hoogstaande literatuur--------v. in letters schrijven; in letters opmerkenletter1[ lettə]2 brief♦voorbeelden:letter of attorney • volmachtletter of credence • geloofsbriefletter of credit • kredietbriefletter to the editor • ingezonden briefletter of introduction • aanbevelingsbriefcovering letter • begeleidend schrijvenby letter • per brief, schriftelijk→ French French/II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; voornamelijk the〉♦voorbeelden:to the letter • naar de letter; tot in detail/de kleinste bijzonderheden————————letter2〈 werkwoord〉1 van omslag/rugtitel voorzien 〈 boek〉 -
19 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen -
20 open letter
См. также в других словарях:
brief — 1 n [Old French bref brief letter, writ indicating legal proceedings, from Late Latin brevis breve short document, summary, from Latin brevis, adjective, short] 1: a concise statement of a client s case written for the instruction of an attorney… … Law dictionary
Brief therapy — is an umbrella term for a variety of approaches to psychotherapy. It differs from other schools of therapy in that it emphasises (1) a focus on a specific problem and (2) direct intervention. In brief therapy, the therapist takes responsibility… … Wikipedia
Brief — (br[=e]f), n. [See {Brief}, a., and cf. {Breve}.] 1. A short concise writing or letter; a statement in few words. [1913 Webster] Bear this sealed brief, With winged hastle, to the lord marshal. Shak. [1913 Webster] And she told me In a sweet,… … The Collaborative International Dictionary of English
Brief of title — Brief Brief (br[=e]f), n. [See {Brief}, a., and cf. {Breve}.] 1. A short concise writing or letter; a statement in few words. [1913 Webster] Bear this sealed brief, With winged hastle, to the lord marshal. Shak. [1913 Webster] And she told me In… … The Collaborative International Dictionary of English
Brief an Lord Liszt — ist ein Roman von Martin Walser. Die erste Auflage erschien 1982 bei Suhrkamp (ISBN 3 518 04632 2). Inhaltsverzeichnis 1 Inhalt 2 Verbindungen zu weiteren Werken Walsers 3 Binnenerzählungen … Deutsch Wikipedia
brief — adj Brief, short are the most comprehensive adjectives in English meaning not long. Brief refers pri marily to duration; short, to either duration or linear extent {a brief interview} {a short sermon} {a short distance} {short legs} … New Dictionary of Synonyms
Brief, Briefstyl — Brief, Briefstyl. Brief ist eine Mittheilung, welche die Unterredung zweier, von einander entfernter Personen vermitteln und ersetzen soll. Der Brief muß demnach in der Art abgefaßt sein, als spräche man selbst mit der betreffenden Person. Da die … Damen Conversations Lexikon
brief — [brēf] adj. [ME < OFr bref < L brevis < IE base * mreĝhu , short > MERRY, Gr brachys] 1. of short duration or extent 2. short in length 3. using relatively few words; concise 4. curt or abrupt n. [ … English World dictionary
Brief — or briefs may refer: * Brief (law), a number of formal document types * Brief (text editor), a popular text editor for the MS DOS operating system * a letter * Brief (architecture), a requirement imposed by a client on an architect * Briefs, a… … Wikipedia
Brief einer Unbekannten — ist eine kurze Novelle in Briefform des österreichischen Schriftstellers Stefan Zweig, erstmals erschienen 1922. Das Entstehungsdatum ist unbekannt. Inhaltsverzeichnis 1 Inhalt 2 Buch 2.1 Einzelausgaben 2.2 … Deutsch Wikipedia
Brief — der; (e)s, e; 1 eine meist relativ lange, persönliche schriftliche Mitteilung in einem Umschlag, die man an jemanden schickt <jemandem / an jemanden einen Brief schreiben; einen Brief diktieren, frankieren, einwerfen, per / als Einschreiben… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache