Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

immuniseren

  • 1 immunize

    v. immuniseren; neutraliseren; in toestand brengen waarin iemand onvatbaar voor een ziekte wordt, vaccinatie toedienen om in te enten; (Wet) iemand vrijstelling geven of bescherming voor iets waar anderen aan worden overgegeven
    immunize, immunise
    [ imjoenajz] 〈zelfstandig naamwoord: immunization〉 medicijnen, geneeskunde

    English-Dutch dictionary > immunize

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка:
Нажмите правой клавишей мыши и выберите «Копировать ссылку»