Перевод: со всех языков на нидерландский

с нидерландского на все языки

С нидерландского на:
Все языки
Со всех языков на:
Нидерландский

ik+heb+mijn+voeten+opengelopen

Толкование Перевод

1 auflaufen

auflaufen

I    〈onovergankelijk werkwoord; sein〉

1 (op)lopen ⇒ botsen

2 oplopen ⇒ groeien, toenemen

3 oplopen ⇒ stijgen, rijzen

4 〈 scheepvaart〉vastlopen, stranden

5 〈 landbouw〉 opkomen ⇒ ontkiemen

6 aansluiting krijgen

♦voorbeelden:

1    auf jemanden auflaufen • tegen iemand oplopen

2    die Schuld ist auf 10.000 Mark aufgelaufen • de schuld is tot 10.000 mark opgelopen

3    auflaufendes Wasser • stijgend water, opkomend tij

4    auf eine, einer Sandbank auflaufen • op een zandbank lopen

6    zur Spitze auflaufen • naar de kop oprukken

¶    〈 sport en spel〉 den Gegner auflaufen lassen • een obstructie begaan

II 〈 overgankelijk werkwoord〉〈 informeel〉

1 openlopen ⇒ stuklopen

♦voorbeelden:

1    ich habe mir die Füße aufgelaufen • ik heb mijn voeten opengelopen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > auflaufen
2 ich habe mir die Füße aufgelaufen

ich habe mir die Füße aufgelaufen

ik heb mijn voeten opengelopen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich habe mir die Füße aufgelaufen

Пометить текст и поделиться
Искать во всех словарях
Искать в переводах
Искать в Интернете

Поделиться ссылкой на выделенное