-
1 hyperbool
-
2 hyperbool
-
3 hyperbool
-
4 hyperbool
n. hyperbole, exaggeration or overstatement intended for effect; hyperbola, curve consisting of two separate branches (Geometry) -
5 hyperbool
• hyperbola -
6 gelijkzijdige hyperbool
gelijkzijdige hyperboolVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gelijkzijdige hyperbool
-
7 takken van een hyperbool
гл.матем. ветви гиперболы -
8 гипербола
hyperbool -
9 hyperbola
hyperbool -
10 hyperbola
n. hyperbool (in geometrie-curve opgebouwd uit twee verschillende armen; in literatuur:overdreven uitdrukking voor verhogen van indruk) -
11 hyperbole
n. hyperbool, kegelsnede -
12 ветви гиперболы
nmath. takken van een hyperbool -
13 гипербола
ngener. hyperbool -
14 hyperbole
-
15 ветви гиперболы
nmath. takken van een hyperbool -
16 гипербола
ngener. hyperbool -
17 Ast
〈m.; Ast(e)s, Äste〉2 knoest, kwast 〈m.b.t. hout〉♦voorbeelden:¶ 〈informeel; figuurlijk〉 er ist, sitzt auf dem absteigenden Ast • (a) hij presteert minder; (b) het gaat met hem achteruit -
18 Hyperbel
-
19 die Äste einer Hyperbel
См. также в других словарях:
Hyperbel — Sf per. Wortschatz fach. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. hyperbole, dieses aus gr. hyperbolḗ, eigentlich das darüber hinaus Werfen zu gr. bállein werfen . Gemeint ist in der Rhetorik eine Übertreibung, in der Geometrie eine Figur, die über… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache