-
1 adrift
adv. word meegesleept, is aan zijn lot overgelaten[ ədrift]♦voorbeelden:the project went adrift • het project ging de mist in -
2 babe
n. baby; hulpeloos; kindje[ beeb]♦voorbeelden:¶ babe in the woods/in arms • onnozele hals, naïeveling -
3 barrel
n. vat, ton; loop (v.e. geweer)--------v. snel bewegenbarrel1[ bærəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:over a barrel • hulpeloos————————barrel2〈werkwoord; barrelled〉♦voorbeelden: -
4 helpless
-
5 high and dry
-
6 over a barrel
over a barrel -
7 aidless
adj. hulpeloos, niet geholpen kunnen worden -
8 impotently
adv. op impotente wijze, hulpeloos, onmachtig -
9 impuissant
adj. zwak; onmachtig, hulpeloos
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский