-
1 huishoudelijk
2 [met aanleg voor het huishouden] domestic♦voorbeelden:huishoudelijke artikelen • household goodsvoor huishoudelijk gebruik • for household usehuishoudelijke uitgaven • housekeeping expenseshuishoudelijk werk/karweitje • household work/chore -
2 huishoudelijk
adj. domestic, household -
3 huishoudelijk
• domestic -
4 huishoudelijk reglement
huishoudelijk reglementregulations, rules (and regulations)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huishoudelijk reglement
-
5 huishoudelijk werk/karweitje
huishoudelijk werk/karweitjehousehold work/choreVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huishoudelijk werk/karweitje
-
6 huishoudelijk apparaat
• domestic appliance• home appliance• household applianceNederlands-Engels Technisch Woordenboek > huishoudelijk apparaat
-
7 (niet) huishoudelijk aangelegd
(niet) huishoudelijk aangelegdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (niet) huishoudelijk aangelegd
-
8 een huishoudelijk karweitje
een huishoudelijk karweitjeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huishoudelijk karweitje
-
9 voor huishoudelijk gebruik
voor huishoudelijk gebruikVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor huishoudelijk gebruik
-
10 karwei
♦voorbeelden:een makkelijk karwei(tje) • a snap, a cinchdat is net een karweitje voor jou • that's just the job for youeen heidens karwei • a devil/hell of a job -
11 reglement
♦voorbeelden:huishoudelijk reglement • regulations, rules (and regulations)een reglement opstellen/herzien/wijzigen • draw up/review/amend (the) regulations
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский