-
41 de juf zei dat ik naar huis kon gaan
de juf zei dat ik naar huis kon gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de juf zei dat ik naar huis kon gaan
-
42 de kap van een huis
de kap van een huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kap van een huis
-
43 de kinderen kwamen regelrecht naar huis
de kinderen kwamen regelrecht naar huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kinderen kwamen regelrecht naar huis
-
44 de overdracht van een huis
de overdracht van een huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de overdracht van een huis
-
45 de verste kant van het huis
de verste kant van het huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de verste kant van het huis
-
46 de wind giert om het huis
de wind giert om het huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de wind giert om het huis
-
47 dicht bij huis
dicht bij huis -
48 dit huis heeft heel wat veranderingen ondergaan
dit huis heeft heel wat veranderingen ondergaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit huis heeft heel wat veranderingen ondergaan
-
49 dit huis hoort aan mijn vader
dit huis hoort aan mijn vaderVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit huis hoort aan mijn vader
-
50 dit huis is in aanbouw
dit huis is in aanbouwVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit huis is in aanbouw
-
51 dit huis is ruim twee ton waard
dit huis is ruim twee ton waardthis house is worth 200,000 guildersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit huis is ruim twee ton waard
-
52 dit huis is te huur
dit huis is te huurthis house is Bto let/ Ais for rentVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit huis is te huur
-
53 dit huis is zijn onbetwistbaar eigendom
dit huis is zijn onbetwistbaar eigendomVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit huis is zijn onbetwistbaar eigendom
-
54 dit huis was het helemaal voor ons
dit huis was het helemaal voor onsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit huis was het helemaal voor ons
-
55 dit is zijn huis
dit is zijn huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit is zijn huis
-
56 een aanbouw aan een huis
een aanbouw aan een huisan extension/annex to a houseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een aanbouw aan een huis
-
57 een allemachtig groot huis
een allemachtig groot huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een allemachtig groot huis
-
58 een bewerkelijk huis
een bewerkelijk huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bewerkelijk huis
-
59 een comfortabel huis
een comfortabel huisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een comfortabel huis
-
60 een dijk van een huis/salaris
een dijk van een huis/salarisa massive house/salaryVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dijk van een huis/salaris
См. также в других словарях:
huis — huis … Dictionnaire des rimes
huis — [ ɥi ] n. m. • XIIe; bas lat. ustium, class. ostium « entrée, ouverture »; h pour éviter la lecture vis 1 ♦ Vx Porte d une maison. « On frappe à l huis » (La Fontaine). 2 ♦ Mod. Loc. À HUIS CLOS : toutes portes fermées. Ils passent « dans l… … Encyclopédie Universelle
huis — Huis, m. monosyllabum, C est une porte de chambre, salle, ou autre membre au dedans d un chasteau ou maison, car celle qui est à l entrée du chasteau ou de la maison ou de la court, s appele porte, dont vient que celuy qui est commis aux clefs de … Thresor de la langue françoyse
huis — huis·co·yol; huis·quil; sa·ca·huis·te; sa·ca·huis·ta; … English syllables
huis — HUIS. s. m. Porte d un logis. Il va mendiant d huis en huis. On dit fig. que Le vent n est pas tousjours à un huis, pour dire, que La mauvaise fortune ne dure pas tousjours. Ce mot vieillit … Dictionnaire de l'Académie française
Huis — Pour les articles homonymes, voir Huy (homonymie) et Hui. Panneau de L Huis Mignot à Montigny en Morvan … Wikipédia en Français
huis — (ui ; l s se lie : à ui z ouvert ; l h n est pas aspirée, l huis ; mais, par exception, l on dit le huis clos, la fin du huis clos, ce huis clos) s. m. 1° Terme vieilli qui signifie porte. • Or comme à coups de pied l huis s était presque… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
HUIS — n. m. Vieux mot qui signifie Porte. Frapper l’huis. Il n’est plus guère usité qu’au Palais, dans la locution à huis clos. à portes fermées et sans que le public soit admis. Audience à huis clos, Audience où l’on juge, sans que le public soit… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
HUIS — s. m. Vieux mot qui signifie, Forte, et qui n est plus guère usité qu au Palais, dans la locution, À huis clos, À portes fermées et sans que le public soit admis. Audience à huis clos. On dit quelquefois substantivement, Le huis clos. Demander le … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
Huis ten Bosch — Période ou style XVIIe siècle Architecte Pieter Post Jacob van Campen Propriétaire initial … Wikipédia en Français
Huis Ten Bosch — La Huis ten Bosch (La Maison au Bois) à La Haye, au Pays Bas, est un palais royal de la maison d Orange Nassau. C est la résidence principale de la reine Béatrix. Le palais se trouve dans le Haagse Bos, le bois de La Haye … Wikipédia en Français