-
1 houtwerk
-
2 houtwerk
1 [houten delen van een gebouw/voorwerp] woodwork -
3 houtwerk
деревянная отделка* * *прил.общ. деревянные изделия, деревянные поделки, отделка деревянными панелями -
4 houtwerk
n. woodwork -
5 houtwerk
-
6 houtwerk schuren
houtwerk schurenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > houtwerk schuren
-
7 het afwerken van houtwerk
het afwerken van houtwerk -
8 het afwerken van houtwerk
het afwerken van houtwerkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het afwerken van houtwerk
-
9 woodwork
-
10 boiserie
-
11 деревянные изделия
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > деревянные изделия
-
12 деревянные поделки
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > деревянные поделки
-
13 отделка деревянными панелями
ngener. houtwerkRussisch-Nederlands Universal Dictionary > отделка деревянными панелями
-
14 millwork
n. Houtwerk -
15 boisage
boisage [bwaazaazĵ]〈m.〉 -
16 деревянные изделия
-
17 деревянные поделки
-
18 отделка деревянными панелями
ngener. houtwerk -
19 afwerken
1 [afmaken] achever2 [de laatste hand leggen aan] parachever3 [volbrengen] effectuer4 [totaal gebruiken] user5 [uitputten] éreinter♦voorbeelden:een opgedragen taak afwerken • terminer une tâcheiets netjes afwerken • achever qc. avec soinhet afwerken van houtwerk • le finissage d'une boiseriehij werkt wat af! • il ne fait que travailler! -
20 afwerken
1 [de laatste hand leggen aan] finish (off)♦voorbeelden:een opstel/roman afwerken • add the finishing touches to an essay/noveliets netjes/grondig afwerken • make a thorough job of somethingheel wat afwerken • get a lot of work done
- 1
- 2