-
1 hoofdtelwoord
-
2 hoofdtelwoord
-
3 hoofdtelwoord
сущ.общ. имя числительное количественное, количественные числительные -
4 hoofdtelwoord
hetKardinalzahl f -
5 hoofdtelwoord
n. cardinal number, positive whole number, positive number which does not have a decimal or fraction -
6 cardinal
adj. belangrijkste; eerste; bovenste; primair--------n. kardinaalcardinal1[ ka:dnəl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————cardinal21 kardinaal ⇒ fundamenteel, vitaal♦voorbeelden:cardinal number • kardinaal getal, hoofdtelwoord -
7 имя числительное количественное
ngener. hoofdtelwoordRussisch-Nederlands Universal Dictionary > имя числительное количественное
-
8 количественные числительные
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > количественные числительные
-
9 cardinal number
voornaamste getal (eerste nummer,ondeelbaar getal; een getal dat een hoeveelheid aangeeft)kardinaal getal, hoofdtelwoord -
10 cardinal
cardinal1 [kaardienaal],cardinaux [kaardienoo]〈m.〉————————cardinal2 [kaardienaal],cardinaux [kaardienoo]1. m 2. adjvoornaamste, hoofd- -
11 nombre
nombre [nõbr]〈m.〉2 aantal ⇒ menigte, hoeveelheid3 telwoord♦voorbeelden:nombres fractionnaires décimaux • tiendelige breukenun mauvais nombre • ongeluksgetalfaire nombre • alleen maar als zaalvulling dienen; talrijk lijken; meetellenmettre au nombre des meilleurs • tot de besten rekenenle (plus) grand nombre • het merendeelje te compte au nombre de mes amis • ik reken jou tot mijn vriendennombre (de) • veelen nombre • in groten getaleils sont supérieurs en nombre • zij zijn numeriek sterkersans nombre • talloosserez-vous du nombre (des invités)? • behoort u tot de genodigden?nombre ordinal • rangtelwoord————————nombre (de)m1) getal2) menigte, hoeveelheid3) telwoord -
12 nombre cardinal
nombre cardinal -
13 имя числительное количественное
ngener. hoofdtelwoord -
14 количественные числительные
-
15 een
een11 un, une♦voorbeelden:een zijn met • faire corps avec————————een21 un, une♦voorbeelden:je bent me er (ook) een! • tu es un drôle de numéro!als er een is, die het kan, dan is hij het • s'il y en a un qui en est capable, c'est bien lui————————een3I 〈hoofdtelwoord; met klemtoon〉1 un, une♦voorbeelden:dat is een! • et d'un(e)!elke stem is er een • chaque voix compteeen en dezelfde persoon • une seule et même personneniet één heeft er iets over gezegd • pas un(e) n'en a parléhet is bij enen • il est près d'une heureop één dag • le même jourtien tegen een dat • il y a gros à parier quehonderd tegen een! • je te le parie à cent contre un!een van tweeën • de deux choses l'uneeen van hen • l'un(e) d'entre eux (d'entre elles)een voor een • un(e) à un(e)de een nog mooier dan de ander • tous plus beaux les uns que les autres, toutes plus belles les unes que les autreseen een voor wiskunde • un un (sur dix) en mathsmen kan het ene doen en het andere niet laten • on peut faire les deuxde een of ander • quelqu'un(het) een en ander • des choses et d'autreswij hebben het een en ander besproken • nous avons abordé plusieurs sujetsniet om het een of ander • ce n'est pas pour direhet is het een of het ander • de deux choses l'une→ link=komen komenII 〈rangtelwoord; met klemtoon〉♦voorbeelden:bladzijde een • page unIII 〈lidwoord; zonder klemtoon〉1 [onbepaald]un, une2 [m.b.t. de hele soort]le, la3 [ongeveer] environ♦voorbeelden:1 een man, een vrouw, een kind • un homme, une femme, un(e) enfanteen meneer A. • un (certain) monsieur A.een uur of drie • environ trois heureseen duizend gulden • environ mille florins→ link=dag dag¶ het kost me een geld! • cela me coûte les yeux de la tête!een mensen dat er waren! • il y avait un monde fou!wat een mensen! • 〈 hoeveelheid〉 quelle foule!wat een geldverspilling! • quel gaspillage! -
16 enig
enig1♦voorbeelden:hij is de enige die het kan • il est le seul à pouvoir le fairehet enige dat … • la seule chose que …het enige dat helpt is … • le seul remède efficace, c'est …je woont hier enig • tu es vraiment très bien installé (ici)————————enig21 quelque♦voorbeelden:————————enig31 [een zekere mate] quelque2 [ook maar één] le moindre3 [een klein aantal] quelques♦voorbeelden: -
17 enkel
enkel1〈de〉————————enkel21 [niet dubbel, samengesteld] simpleII 〈 bijwoord〉1 [alleen] seulement♦voorbeelden:enkel en alleen om hem een plezier te doen • dans le seul but de lui faire plaisir————————enkel31 [niet meer dan één] seul2 [een klein aantal] un ou deux3 [meervoud][enige] quelques♦voorbeelden:er is geen enkel gevaar • il n'y a aucun danger2 met een enkel woord van iets gewagen • mentionner qc. en deux mots -
18 meer
meer1〈 het〉♦voorbeelden:————————meer2〈 bijwoord〉1 [in hogere mate] plus (que)4 [met ontkenning] plus♦voorbeelden:ik hou meer van zijn toneelstukken dan van zijn romans • je préfère son théâtre à ses romanshoe meer …, des te meer … • plus …, (et) plus …niet meer en niet minder • ni plus ni moinsdes te meer • d'autant pluszoveel te meer • à plus forte raisonmeer en meer • de plus en plus3 niemand meer? • personne d'autre?wie waren er nog meer? • qui y avait-il encore?ik kan niet meer • je n'en peux plus5 ergens meer komen • 〈dan een ander e.d.〉 y aller plus souvent (que); 〈 vrij vaak〉 y aller assez souventik heb het al meer gedaan • ce n'est pas la première fois que je le faisik doe het nooit meer • je ne le ferai jamais plusmeer dan eens • à plusieurs reprises————————meer31 [van wat genoemd wordt] plus (de)♦voorbeelden:reden te meer om • raison de plus pourmeer dan eens • plus d'une foismeer dan twintig boeken • plus de vingt livresdat is meer dan genoeg • c'est plus qu'il n'en fauter meer van weten • en savoir plus longhij vond haar aardig, maar meer ook niet • il la trouvait gentille sans plusonder meer • entre autresik zou het zonder meer doen (als ik jou was) • je n'hésiterais pas (à ta place)dat is zonder meer waar • c'est un fait incontestablehij is zonder meer vertrokken • il est parti sans rien direiets zonder meer aannemen • accepter qc. inconditionnellementhet is niet meer dan een formaliteit • ce n'est qu'une simple formalité -
19 meerdere
meerdere1〈de〉♦voorbeelden:veruit iemands meerdere zijn • dépasser qn. de beaucoupde meerdere zijn van iemand • 〈 in rang〉 être le supérieur (hiérarchique) de qn.; 〈 in kwaliteit〉 être supérieur à qn.————————meerdere2♦voorbeelden: -
20 nul
nul11 nul/nulle♦voorbeelden:————————nul2♦voorbeelden:〈 zelfstandig〉 van iemand nul op het rekest krijgen • essuyer un refus (de la part de qn.)tot nul reduceren • réduire à néanthet gehalte is bijna nul • la teneur est presque nullede stemming zakte al gauw beneden nul • l'atmosphère ne tarda pas à se refroidirtien graden onder nul • dix degrés au-dessous de zéroeen nul • un zérohij is een grote nul • c'est une nullité→ link=jaar jaar
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский
hoofdtelwoord/nl
Страницы