-
1 rebuild
v. opnieuw opbouwen, herbouwen[ rie:bild]♦voorbeelden: -
2 reconstruct
v. wederopbouwen; rekonstrueren[ rie:kənstrukt] -
3 refurbish
v. herbouwen; vernieuwen[ rie:fə:bisj]♦voorbeelden:refurbish an old house • een oud huis opknappen -
4 reconstitution
n. hervormen, herinstellen, herbouwen -
5 reconstructible
adj. te herbouwen, wederopbouwen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский