-
41 иметь честь
vgener. eer hebben (de eer hebben) -
42 капризничать
vgener. kuren, het op de heup en hebben, kuren hebben, parten krijgen -
43 любить
v1) gener. houden, lijden, mogen, (iem.) gaarne zien (кого-л.), (iets) graag hebben, beminnen, een zwak voor (iem.) hebben (кого-л.), fel op (iets) zijn (что-л.), liefhebben, lusten, minnen, van (iets, iem.) houden (что-л., кого-л.), verzot zijn op (кого-л., что-л.)2) poet. lieven -
44 надеяться
v -
45 не иметь влияния
prepos.gener. geen vat op (iem.) hebben (на кого-л.), niets in de melk te brokken hebben -
46 не иметь ни гроша
prepos.gener. geen spie hebben, kruis noch munt hebben, platzak zijn, rut zijnRussisch-Nederlands Universal Dictionary > не иметь ни гроша
-
47 не любить
prepos.gener. tegen opzien, de mier aan (iets, iem.) hebben, het land hebben aan (iets) (чего-л.), niets geven om (чего-л.) -
48 нуждаться в
vgener. gebrek Hjden (чём-л.), gebrek hebben (чём-л.), van node hebben (чём-л.) -
49 очень не любить
adv1) gener. (iem.) niet kunnen zien, een kanker hebben aan (= hekel)2) rude.expr. de pest aan (iets) hebben (что-л.) -
50 ошибаться
vgener. zich verkijken, abuis hebben, dwalen, feilen, het mis hebben, ten onrechte aanzien voor, vergissen zich, zich bedriegen (in-â), zich vergissen, zich verzien -
51 питать отвращение
vgener. gruwelen (к чему-либо), gruwen (к чему-либо), haten, een tegenzin hebben in (iets) (к чему-л.), het land hebben aan (iets) (к чему-л.), verafschuwen (ê), verfoeien (к чему-л.), vies van (iem.) zijn (к кому-л.)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > питать отвращение
-
52 питать отвращение к
vgener. afkerig zijn van, een afgrijzen hebben van, een afkeer hebben vanRussisch-Nederlands Universal Dictionary > питать отвращение к
-
53 питать уважение
vgener. achting hebben voor (к кому-л.), ontzag hebben (voor-ê), respecteren -
54 преобладать
v1) gener. overheersen, de overhand hebben, domineren, predomineren, prevaleren2) liter. de boventoon hebben -
55 радоваться
vgener. zich verkneukelen, zich verlustigen, blij zijn, jolen, juichen, pret hebben over (iets) (чему-л.), schik hebben, zich verblijden (over- ÷åìó-ô.), zich verheugen -
56 хотеть спать
vgener. slaap hebben, vaak hebben, vaak krijgen -
57 чудить
-
58 болеть
ziek zijn, aan een ziekte lijden ; pijn hebben ; fan zijn -
59 вести
brengen, leiden ; voeren ; besturen ; vooraan zijn, de leiding hebben -
60 возглавить
leiden, de leiding hebben, aan het hoofd staan
См. также в других словарях:
hebben — abi … Woordenlijst Sranan
hebben — hebbe(n obs. forms of heave v … Useful english dictionary
Döss hebben — Emsland / Messingen • Durst, Durst haben … Plattdeutsch-Hochdeutsch
geen geluk hebben — soy / sowtu … Woordenlijst Sranan
medelijden hebben met — saari … Woordenlijst Sranan
Dutch conjugation — Dutch grammar series Dutch grammar Dutch verbs Dutch conjugation t kofschip T rules Dutch nouns Dutch declension Gender in Dutch grammar Dutch orthography Dutch dictionary IJ Dutch phonology … Wikipedia
Idioma neerlandés — Neerlandés Nederlands Hablado en Países Bajos Curazao … Wikipedia Español
Haben — 1. Bei Haben lebt sich s besser als bei Habensollen. Ung.: A ki birja, a marja. (Gaal, 837.) 2. Besser haben als hoffen. – Winckler, XVIII, 69. Frz.: Mieulx vault avoir qu espoir. (Leroux, II, 261.) Holl.: Beter hebben dan goed vinden.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon