-
1 hebben
1.1) иметь2) с te + inf выражает долженствованиеhij heeft dit boek te lézen — ему нужно прочитать эту книгу, он должен прочитать эту книгу
•2. *zij hébben geslápen — они спали
* * *гл.общ. het hebben over: говорить о чём-л./ком-л. (Daar hebben we het nu niet over. - Речь сейчас не об этом.), вспомогательный глагол для образования прошедших времён, долженствовать, иметь, обладать (чем-л.) -
2 hebben
(ik heb, jij hebt, hij heeft) иметь; располагать; обладать; болеть; иметься; быть, находиться had e.OVT.imp. hadden m.OVT.imp. heeft gehad VTT.pref. -
3 hebben te maken met
гл.общ. связано с -
4 het hebben over: говорить о чём-л./ком-л.
vgener. hebben (Daar hebben we het nu niet over. - Ðå÷ü ñåé÷àñ íå îá éòîì.)Dutch-russian dictionary > het hebben over: говорить о чём-л./ком-л.
-
5 eer hebben
гл. -
6 de blos der gezondheid op de wangen hebben / een gezonde blos op de wangen hebben
гл.фраз. иметь свежий, здоровый цвет лицаDutch-russian dictionary > de blos der gezondheid op de wangen hebben / een gezonde blos op de wangen hebben
-
7 4 Wij hebben nog een dik uur.
мест.разг. У нас есть ещё целый час (в запасе). -
8 Wij hebben nog een dikke uur.
мест.разг. У нас есть ещё целый час (в запасе). -
9 aandeel hebben aan
-
10 aanleg voor hebben
-
11 aanspraak hebben op
-
12 aardigheid in hebben
-
13 abuis hebben
-
14 achting hebben voor
-
15 alle schaamte afgelegd/verloren hebben
мест.общ. всякий стыд потерятьDutch-russian dictionary > alle schaamte afgelegd/verloren hebben
-
16 baat hebben bij
-
17 bedenkingen hebben
сущ.общ. иметь возражения -
18 beestigs hebben
сущ.общ. иметь насекомых -
19 belang hebben bij
гл.общ. (iets) быть заинтересованным в (чём-л.) -
20 beleren hebben
гл.общ. быть занятым
См. также в других словарях:
hebben — abi … Woordenlijst Sranan
hebben — hebbe(n obs. forms of heave v … Useful english dictionary
Döss hebben — Emsland / Messingen • Durst, Durst haben … Plattdeutsch-Hochdeutsch
geen geluk hebben — soy / sowtu … Woordenlijst Sranan
medelijden hebben met — saari … Woordenlijst Sranan
Dutch conjugation — Dutch grammar series Dutch grammar Dutch verbs Dutch conjugation t kofschip T rules Dutch nouns Dutch declension Gender in Dutch grammar Dutch orthography Dutch dictionary IJ Dutch phonology … Wikipedia
Idioma neerlandés — Neerlandés Nederlands Hablado en Países Bajos Curazao … Wikipedia Español
Haben — 1. Bei Haben lebt sich s besser als bei Habensollen. Ung.: A ki birja, a marja. (Gaal, 837.) 2. Besser haben als hoffen. – Winckler, XVIII, 69. Frz.: Mieulx vault avoir qu espoir. (Leroux, II, 261.) Holl.: Beter hebben dan goed vinden.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon