-
1 manacle
n. handboei, belemmering--------v. in de boeien slaan, de kluisters aanleggenmanacle1[ mænəkl] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk meervoud〉1 handboei————————manacle2〈 werkwoord〉1 de kluisters aanleggen ⇒ in de boeien slaan, vastleggen -
2 cuff
n. mouw (van trui)--------v. een draai om de oren gevencuff1[ kuf] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 manchet♦voorbeelden:————————cuff2〈 werkwoord〉1 een pets/draai om de oren geven -
3 handcuff
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский