-
1 half-term
noun(the period when students are given) a holiday about the middle of a term:عُطْلَة نِصْف الفَصْل الدِّراسي( also adjective) a half-term holiday.
-
2 half en half/half om half
half en half/half om halfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > half en half/half om half
-
3 half-om-half
-
4 half voldragen
half voldragen -
5 Half-Bred Wools
A term applied to wools produced Joy breeding from two types of pure bred sheep. North - This is a cross between Border Leicester and Cheviot. It is by far the most important and valuable and is usually classed as demi-lustre wool. It has a 6-in. staple and spins 46's quality. South Ireland- - Similar in quality and length to North wools, it is clean, but not so nice in handle. Scotch Cross is between Leicester and Blackfaced, and between Cheviot and Black-faced. It is inferior in quality. Other well-known crosses are: - Down-Cheviot, Leicester-Down, Down-North, Leicester-North. These are, however, never used for breeding. Lambs or hoggs are fed and slaughtered as they reach condition for the butcher, hence these wools are chiefly from skins. Very good half-breds are also grown in Nottingham, Leicester, Lincoln, Derbyshire and Warwickshire. Eastern Counties' half-breds are very good hosiery types, but are heavier, not so attractive, and have more grey fibres. -
6 half en half tot iets besloten zijn
half en half tot iets besloten zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > half en half tot iets besloten zijn
-
7 half hopend op …
half hopend op …half hoping (for) …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > half hopend op …
-
8 half pension
half pension -
9 half vier
half vier -
10 half zo groot als ik
half zo groot als ikVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > half zo groot als ik
-
11 half zo lang/groot
half zo lang/groothalf as long/bigVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > half zo lang/groot
-
12 Half Damask
A term used in the drapery trade of the U.S.A. to denote damask design fabrics made of silk warp and cotton weft, or silk warp and wool weft. -
13 Half-Hose
The term used for the short socks worn by men. -
14 half
half1〈de〉1 half♦voorbeelden:————————half21 [de helft zijnde] half2 [voor een (groot) deel; niet helemaal] half3 [met betrekking tot het punt waar de andere helft begint] halfway up/down/along/through♦voorbeelden:een halve cirkel • a semicirclehalve dagen werken • work half timevoor half geld/tegen de halve prijs • (for/at) half pricevier en een halve mijl • four and a half milesde klok slaat hele en halve uren • the clock strikes the (full) hours and the half hoursgeen halve maatregelen • no half measuresde halve stad spreekt ervan • half the town is talking about itiets met een half woord aanduiden • (barely) hint at somethinghij hoeft maar een half woord te zeggen • half a word is enougher is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half • there is a bus every four minutes to the half hourhet is half elf • it is half (past) tenhet is vijf voor half elf • it is twenty-five past ten¶ een halve gare • a fool/halfwit/BtwitII 〈 bijwoord〉2 [voor een deel] half♦voorbeelden:het hek is half wit en half groen geverfd • the fence is painted half white, half greenje weet niet half hoe erg het is • little do you know how serious it ismijn werk is half af • my work is half donehalf zo groot als ik • half as tall as mehalf en half tot iets besloten zijn • have more or less decidediemand iets half en half beloven • half promise someone somethingik ben er half en half van op de hoogte • I have not yet been fully informedhalf en half/half om half • half and half2 met het raam half dicht • with the window halfway down/opende deur stond half open • the door was ajarik kan het maar half geloven • I can hardly believe ithalf lachend, half huilend • torn between laughing and cryingiets maar half verstaan • understand only half of it -
15 Half Board
Trademark term: HB -
16 half board
Trademark term: HB -
17 er is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half
er is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór halfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is een bus telkens om vier minuten vóór het halve uur/vóór half
-
18 een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
————————Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
-
19 het hek is half wit en half groen geverfd
het hek is half wit en half groen geverfdthe fence is painted half white, half greenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het hek is half wit en half groen geverfd
-
20 elk half uur/om het half uur gaat er een trein
elk half uur/om het half uur gaat er een treinVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > elk half uur/om het half uur gaat er een trein
См. также в других словарях:
half-term — half term′ n … From formal English to slang
half-term — half terms also half term N VAR: oft at N Half term is a short holiday in the middle of a school term. [BRIT] There was no play school at half term, so I took them both to the cinema. ...the half term holidays … English dictionary
half term — noun BRITISH 1. ) count or uncount a vacation from school or college at MIDTERM 2. ) count one half of a school or college TERM … Usage of the words and phrases in modern English
half-term — n BrE a short holiday from school in the middle of a ↑term … Dictionary of contemporary English
half-term — ► NOUN Brit. ▪ a short holiday halfway through a school term … English terms dictionary
half-term — noun a short vacation about halfway through a school term he came to visit at half term • Regions: ↑United Kingdom, ↑UK, ↑U.K., ↑Britain, ↑United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland, ↑Great Britain … Useful english dictionary
half term — UK / US noun Word forms half term : singular half term plural half terms British 1) [countable/uncountable] a short holiday from school or university in the middle of a term (= one of the periods that the year is divided into). The American word… … English dictionary
half term — see half term … English dictionary
half-term — /haf ˈtɜm/ (say hahf term) noun Chiefly British a period usually half way through a school or other term, often made the occasion for a holiday …
half-term — noun Brit. a short holiday halfway through a school term … English new terms dictionary
half-term — noun (C) BrE a short holiday from school in the middle of a term 1 (9) compare midterm 2 … Longman dictionary of contemporary English