-
1 donzige haartjes
donzige haartjesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > donzige haartjes
-
2 down
n. Down (johan lengdon hayden, engelse dokter,down syndroom een ziekte genoemd naar zijn naam)down1[ daun]♦voorbeelden:¶ have a down on someone • de pest/een hekel hebben aan iemand1 dons ⇒ haartjes, veertjesIII 〈meervoud; Down〉♦voorbeelden:1 the North/South Downs • de noordelijke/zuidelijke heuvelrug in Zuid-Engeland————————down21 neergaand ⇒ naar onder/beneden leidend2 beneden♦voorbeelden:2 it's 7.030, but no one is down yet • het is 7.30, maar er is nog niemand beneden¶ cash down • contante betaling, handje contantjedown payment • contante betaling————————down3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 down an aeroplane • een vliegtuig neerschieten/halen————————down4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:bend down • bukken, vooroverbuigencome down (in life) • aan lager wal (ge)rakenthe sun goes down • de zon gaat ondergo down (south) • naar het zuiden trekkengo down in price • goedkoper wordengo down three to one • met drie-een verliezenkeep down • onder de duim houden, onderdrukkenkeep down one's food • zijn eten binnenhoudenput down in writing • opschrijventhe wind went/died down • de wind ging liggenup and down • op en neerdown on your knees! • op de knieën!down with the president! • weg met de president!down! • liggen!, koest!, af! 〈 tegen hond〉go down to the country • het platteland bezoekentrack someone down • iemand opsporen〈 Amerikaans-Engels〉 down south • in/naar de zuidelijke staten¶ eight down and two to go • acht gespeeld, nog twee te spelendeep down inside, down under • in zijn binnenstedown under • bij de tegenvoeters, in Australië en Nieuw-Zeeland————————down5〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:roll down (the) hill • (van) de berg (af)rollendown (the) river • de rivier af, verder stroomafwaartsdown South • zuidwaarts, in het zuidenhe went down the street • hij liep de straat doordown town • de stad in, in het centrum -
3 fimbriated
adj. gewimperd, gebaard, met haartjes -
4 vibrissa
n. De haartjes vóór in de neus -
5 cheveux follets
cheveux follets -
6 follet
follet [folle],follette [follet]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 onregelmatig ⇒ grillig, ongeregeld♦voorbeelden:esprit follet • koboldpoils follets • donsun follet • kobold→ feu -
7 pluis
pluis1I 〈de〉II 〈 het〉————————pluis2♦voorbeelden:¶ het is daar niet pluis • 〈 niet veilig〉 ce n'est pas très sûr là-bas; 〈 niet zoals het hoort〉 ce n'est pas très catholique là-bashij is niet pluis • il ne vaut rien -
8 donzig
-
9 vlassig
См. также в других словарях:
Borsten — 1. Eine Borste macht keinen Besen. Holl.: Een varkenshaar maakt geene kleêrborstel, en eene pluim geen bed. (Harrebomée, I, 34.) 2. Viel Borsten machen einen Besen. Holl.: Veel haartjes maken eenen borstel. (Harrebomée, I, 82.) 3. Wo die Borsten… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Haar — 1. An einem Haar zieht man mich hin, wo ich gern bin. – Körte, 2504. 2. Auch ein Haar hat seinen Schatten. – Eiselein, 266; Simrock, 4151. Böhm.: I vlas má svůj stín. (Čelakovsky, 284.) Lat.: Etiam capillus unus habet umbram suam. (Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mütze — 1. Besser eine schlechte Mütze als barhaupt. Holl.: Beter eene slechte muts op, dan blootshoofds te slapen. (Harrebomée, II, 110b.) 2. Dröckt die de Mötz, denn kêp di e Hôt. – Frischbier2, 2698. 3. Dröckt die de Mötz, schwelle die de Haar, güke… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon