-
1 насмешливо улыбаться
advgener. grijnslachen, grijnzenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > насмешливо улыбаться
-
2 скалить зубы
vgener. grijnslachen, grijnzen -
3 усмехаться
vgener. glimlachen, grijnslachen, grijnzen -
4 ухмыляться
vgener. grinniken, grijnslachen, grijnzen, meesmuilen -
5 simper
n. dom geaffecteerd lachen; dom geaffecteerd lachje--------v. dom geaffecteerd lachensimper1[ simpə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 onnozele glimlach ⇒ zelfvoldane/gemaakte grijnslach————————simper2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 gliring
1) ginnegappen2) grijnslachen3) spotlachen -
7 hån
1) grijnslachen2) ginnegappen3) spotlachen -
8 håna
1) spotlachen2) ginnegappen3) grijnslachen -
9 boshaft
-
10 grienen
-
11 grinsen
grinsen♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский
- Шведский