-
1 goedgelovigheid
-
2 goedgelovigheid
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goedgelovigheid
-
3 goedgelovigheid
n. gullibility, credulity, naivete -
4 goedgelovigheid
v -
5 goedgelovigheid
доверчивость; легковерие -
6 hij speculeert op de goedgelovigheid van de mensen
hij speculeert op de goedgelovigheid van de mensenDeens-Russisch woordenboek > hij speculeert op de goedgelovigheid van de mensen
-
7 доверчивость
goedgelovigheid, lichtgelovigheid -
8 credulity
n. lichtgelovigheid, goedgelovigheid[ kridjoe:lətie] -
9 crédulité
-
10 practise
practise1→ practice practice/————————practise2♦voorbeelden:1 praktiseren ⇒ uitoefenen, beoefenen♦voorbeelden:1 does he still practise his religion? • praktiseert hij nog altijd?he practises as a lawyer • hij werkt als advocaat2 oefenen ⇒ instuderen, repeteren3 uitoefenen ⇒ (be)oefenen, betrachten♦voorbeelden:practise economy • zuinigheid aan de dag leggen, zuinig zijn -
11 they practised (up)on his credulity
they practised (up)on his credulityEnglish-Dutch dictionary > they practised (up)on his credulity
-
12 utmost good faith
absolute goedgelovigheid -
13 speculeren
♦voorbeelden:hij speculeert op de goedgelovigheid van de mensen • il spécule sur la crédulité des genser is veel gespeculeerd over de oorzaken • on a beaucoup spéculé sur les causes
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский