-
1 gezichtsverlies
♦voorbeelden: -
2 gezichtsverlies
1 [verlies van het gezichtsvermogen] loss of (eye)sight2 [verlies van het prestige] loss of face♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gezichtsverlies
-
3 gezichtsverlies
n. loss of face -
4 gezichtsverlies lijden
gezichtsverlies lijden -
5 gezichtsverlies lijden
gezichtsverlies lijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gezichtsverlies lijden
-
6 loss of sight
-
7 lose face
gezichtsverlies hebben, lijden aan vernedering of uit gratie komen te staan -
8 a face-saving compromise
-
9 face-saving
eigenwaarde reddenface-saving♦voorbeelden: -
10 batten disease
n. (Geneeskunde) aangeboren afwijking die tot uiting komt in de leeftijdsfase van 5 tot 10 jaar en een plotseling gezichtsverlies veroorzaakt -
11 hemianoptic
adj. hemianoptisch, lijdt aan eenzijdig gezichtsverlies (oogziekte) -
12 hemiopia
n. eenzijdig gezichtsverlies (oogziekte) -
13 moon blindness
n. gezichtsverlies bij paarden met regelmatige tussenpozen voortkomend; intervallen; nachtblindheid, nyctalopia, buitengewoon slechte visie in duisternis; nachtblindheid, stoornis die visie in de nacht vermindert of verslechtert -
14 mooneye
n. Noord Amerikaanse zilverkleurige zoetwatervis met grote ogen; nachtblindheid, gezichtsverlies bij paarden met regelmatige tussenpozen optredend -
15 face
face [faas]〈v.〉3 uiterlijk ⇒ aanzien, aanblik, gedaante, aspect4 beeldenaar ⇒ kruis, beeldzijde♦voorbeelden:face d'oeuf! • domkop!〈 vulgair〉 face de rat! • rotkop!perdre la face • gezichtsverlies lijdensauver la face • zijn gezicht reddenface à • met uitzicht opfaire face à ses engagements • zijn verplichtingen nakomenla mairie devait faire face à des obligations écrasantes • de gemeente zag zich geplaatst voor loodzware lastenface à face • tegenover (elkaar)se trouver face à face avec qn. • oog in oog met iemand staancracher à la face de qn. • iemand in het gezicht spuwen 〈 figuurlijk〉; iemand van zijn minachting doen blijkenproclamer à la face de l'univers • ten overstaan van de gehele wereld verkondigende face • van vorenune place de face dans le train • een zitplaats in de trein waarbij men vooruit rijdtportrait de face • portret en faceavoir le vent de face • de wind tegen hebbenen face de cela • daartegenoverla maison d'en face • het huis aan de overkant van de straatle voisin d'en face • de overbuurmanaller en face • naar de overkant gaandire qc. à qn. en face • iemand iets recht in zijn gezicht zeggenregarder qn. en face • iemand recht in het gezicht kijkenregarder le péril en face • het gevaar zonder vrees tegemoet zienvoir les choses en face • de werkelijkheid onder ogen zienexaminer qc. sous toutes ses faces • iets grondig bekijken→ pilef1) gezicht2) kant, zijde3) facet, aspect4) kruis, beeldzijde -
16 perdre la face
perdre la face -
17 Gesichtsverlust
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский