-
1 geslachtsorganen
прил.общ. половые органы -
2 genitalia
n. geslachtsorganen -
3 половые органы
adjgener. geslachtsorganen -
4 genital
-
5 genitals
-
6 peeper
n. iem. die vluchtig kijkt,; gluurder; iemand die naar sexhandelingen of geslachtsorganen van anderen gluurt; dieren die schellen geluiden maken; (Slang) oog[ pie:pə] -
7 pubic
adj. bij geslachtsorganen behorend[ pjoe:bik] 〈 medicijnen, geneeskunde〉1 van/met betrekking tot de schaamstreek ⇒ schaam- -
8 pudendum
n. Schaamdelen -
9 sexual organs
-
10 sexual
adj. sexueel[ seksjoeəl]♦voorbeelden:sexual intercourse • geslachtsgemeenschapsexual organs • geslachtsorganensexual revolution • seksuele revolutie -
11 soft roe
n. hom, zaadcel van een mannetjesvis; spermacellen van vis; geslachtsorganen van een mannetjesvis -
12 Behcet's disease
n. bijzondere multisysteemziekte gekenmerkt door chronische inflammatie van de bloedvaten (zwering in de mond en geslachtsorganen, iritis, uveïtis, arthritis en tromboflebitis) -
13 dioecious
adj. heeft mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen in verschillende individuen (Biologie) -
14 eunuchoidism
n. persoonsverandering door onvoldoende ontwikkeling v.h. klierweefsel der geslachtsorganen -
15 female genitals
vrouwelijke geslachtsorganen -
16 fondling
n. liefhebbende aanraking; voorspel zonder de geslachtsorganen aan te raken; liefkozen -
17 genitalic
adj. van de geslachtsorganen -
18 genito
pref. van geslachtsorganen -
19 gynandromorphism
n. gynandrie (vorm van pseudohermafroditisme waarbij de vrouw een mannelijk voorkomen, op die v.e. man gelijkende geslachtsorganen en mannelijke neigingen heeft.) -
20 homogamous
adj. homogaam (in biologie-wiens mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen op zelfde moment rijp zijn)
Страницы
- 1
- 2