-
1 пенсионер
gepensioneerde, pensioentrekker -
2 retired general
gepensioneerde generaal -
3 pensioner
-
4 pensionné
pensionné [pãsjonnee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:m (f - pensionnée) -
5 пенсионер
ngener. gepensioneerde, pensioengerechtigde -
6 пенсионерка
ngener. gepensioneerde, pensioengerechtigde -
7 emeritus
adj. emeritus (titel voor gepensioneerde professor maar nog steeds bij de academische staf werkzaam is)[ immerrittəs]♦voorbeelden: -
8 old-age pensioner
old-age pensioner -
9 retired list
-
10 retired
adj. gepensioneerd, rentenierend[ rittajjəd]1 teruggetrokken ⇒ afgezonderd, afgelegen2 gepensioneerd ⇒ stil levend, rentenierend♦voorbeelden:retired pay • ambtenarenpensioen, pensioen van officier -
11 second career
tweede loopbaan (nieuwe baan die een oudere gepensioneerde begint) -
12 senior citizen
n. een 65- (vrouwen: 60) plusser, gepensioneerde -
13 un pensionné
-
14 un retraité
un(e) retraité(e)gepensioneerde, AOW'er -
15 pensionär
1) pensioentrekker2) gepensioneerde -
16 Kleinrentner
Kleinrentner〈m.〉♦voorbeelden: -
17 Pensionär
-
18 Rentner
-
19 Ruheständler
-
20 Sozialrentner
Страницы
- 1
- 2