-
1 gelukzalig
♦voorbeelden:een gelukzalig lot • un destin bienheureuxeen gelukzalige uitdrukking (op het gezicht) • un air de béatitude -
2 gelukzalig
-
3 gelukzalig
-
4 gelukzalig
glückselig -
5 gelukzalig
adj. blessed, blissful, beatific -
6 gelukzalig
bnbienheureux/-euse -
7 een gelukzalig lot
een gelukzalig lot -
8 блаженный
-
9 счастливый
adjgener. gezegend, zalig, fortuinlijk, gelukkig', gelukzalig, heilvol, saturnisch, voorspoedig, zegenrijk -
10 gelukzaligheid
2 [iets dat gelukzalig maakt] bliss♦voorbeelden:in een toestand van uiterste gelukzaligheid • in a state of euphoria
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский